Junior Dokterswoordenboek

Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

besmettingsgevaar

betekenis & definitie

Het gevaar van het ziek maken van anderen dat je met je meedraagt wanneer je een infectieziekte hebt.

Tijdens een infectieziekte is er altijd een tijdvak waarin het besmettingsgevaar groter is. Iemand die ziek (aan het worden) is, kan anderen aansteken. Soms is het besmettingsgevaar groter aan het einde van een ziekteperiode of zolang de zieke persoon hoest. Iemand die snipverkouden is en bijvoorbeeld in de verpleging of in een restaurant werkt, vormt een groter besmettingsgevaar dan een niezende en proestende persoon die de hele dag thuis in zijn eentje aan een pc werkt.