Minder worden (slinken) van lichaamsweefsel, bijvoorbeeld doordat het minder wordt gebruikt of door te weinig eten. (uitspraak: aa-troo-FIE)
Wanneer je je spieren een poosje niet gebruikt, worden ze dunner. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij spieren in een gebroken been dat een paar weken in het gips zit. Maar ook organen, zoals nieren en klieren, kunnen kleiner worden als ze een tijdje niet worden gebruikt. Het omgekeerde komt ook voor: hypertrofie oftewel flink groeien door toegenomen activiteit. Denk aan topsporters, die de hele dag trainen om sterkere spieren te krijgen. De vraag is of dit ook voor je hersenen geldt: worden hersenen kleiner of minder goed als je minder nadenkt en groter en beter als je de hele dag zit te puzzelen of te lezen? Wetenschappers zijn dit nog aan het uitzoeken. Tot die tijd doe je er goed aan het zekere voor het onzekere te nemen: blijf in beweging en daag je hersenen uit door te blijven leren, ook als je oud bent.
