Röntgenonderzoek waarbij de dokter een stof inspuit en dan kijkt of ergens in het lichaam iets met een slagader aan de hand is. (uitspraak: ar-TEE-rie-joo-graa-FIE)
Hierbij brengt de dokter een slangetje (katheter) in de slagader, meestal de slagader die in de lies loopt, boven aan je been. De interventieradioloog is meestal degene die dit in het ziekenhuis doet. Als het om de bloedvaten van je hart gaat, doet de hartspecialist (cardioloog) dit onderzoek meestal.
Wanneer de katheter in de opening van het bloedvat zit, wordt de punt ervan voorzichtig opgeschoven naar het bloedvat dat op de röntgenfoto moet, soms wel een meter verder het lichaam in. Dan wordt een stofje in het bloedvat gespoten en wordt een serie foto’s gemaakt. Door het stofje kan de dokter op de foto zien of de slagader gekke bochten heeft of bijvoorbeeld nauwer is geworden (stenose). Dat is niet goed, want het betekent dat er minder bloed doorheen kan stromen.
Kijk ook bij angiografie.
