Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

anorexia nervosa

betekenis & definitie

Een psychische ziekte waarbij iemand geen normaal beeld van het eigen lichaam heeft en een sterke drang voelt om af te vallen. (uitspraak: aa-noo-REK-sie-aa ner-VOO-zaa)

Het zijn vooral meisjes en jonge vrouwen van 15 tot 30 jaar die zichzelf te dik vinden (ook al zijn ze soms heel erg mager). Ze zijn eigenlijk alleen maar bezig met hoe hun lichaam eruitziet. Voor de omgeving verbergen ze hun afwijkende eetgedrag zo veel mogelijk. Zo ontwikkelen ze een eetstoornis. Ze doen net alsof ze gewoon of juist heel veel eten, maar na het eten spugen ze op de wc alles eruit. Soms gebruiken ze laxeermiddelen om extra vaak naar de wc te kunnen gaan en het eten op die manier snel kwijt te raken. Die middelen maken de darmen kapot en geven bloed in de poep. Te veel laxeermiddelen maken iemand ernstig ziek door vocht- en zoutverlies, schade aan nieren en lever, spierkramp en hartritmestoornissen.

Mensen met anorexia nervosa zien vaak niet in dat deze manier van leven ongezond is, zelfs wanneer anderen hun aangeven dat het zo niet langer kan. Vaak belanden mensen met anorexia dan in het ziekenhuis. Ze wegen dan veel te weinig en zijn daardoor ziek geworden.

Het woord ‘anorexie’ komt uit het Grieks. In Griekenland wensen mensen elkaar ‘eet smakelijk’ (letterlijk: ‘goede eetlust’) toe met de woorden ‘kali oréxi’. Het woordje ‘an’ betekent ‘niet’, dus ‘anorexie’ betekent ‘geen zin om te eten’.

Ook magerzucht, anorexie. Kijk ook bij boulimie.