Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

aneurysma

betekenis & definitie

Het dikker worden of uitstulpen van een slagader op een plek waar de wand ervan zwak is. (uitspraak: an-ui-RIS-ma, an-eu-RIS-ma)

Aderverkalking zorgt ervoor dat de wand van slagaderen stug en zwak wordt. Daardoor kan zo’n slagader door de bloeddruk een onnatuurlijke kronkel krijgen (‘uitbochten’). Het gevaar van een uitstulping is dat de slagader kan openscheuren. Er ontstaat dan een bloeding, die ernstig of dodelijk kan zijn. Als de dokter een aneurysma op tijd ontdekt, kan de chirurg de zwakke plek tijdens een operatie weghalen en een plastic wand in de slagader plaatsen.

Een aneurysma komt vooral voor in de grote lichaamsslagader (aorta), maar ook wel in hersenslagaderen, halsslagaderen en slagaderen naar de benen. Kinderen hebben geen aderverkalking en krijgen dus nooit een aneurysma. Aneurysma’s komen meestal pas voor bij mensen die ouder zijn dan 60, meer bij mannen dan bij vrouwen.