Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

aids

betekenis & definitie

Besmettelijke virusziekte die het afweersysteem ernstig verzwakt. (uitspraak: eets)

Deze ziekte komt door een besmetting met hiv, het aidsvirus. Mensen met aids hebben weinig afweer en krijgen daardoor vaak ernstige infectieziektes die dodelijk aflopen en soms ook kanker. Aids is niet te genezen, maar de dokter kan verschillende medicijnen tegelijkertijd geven. Iemand die met het aidsvirus is besmet, krijgt door die medicijnen wat later aids krijgt en blijft zo vaak langer in leven.

Het woord ‘aids’ werd vroeger als ‘AIDS’ geschreven. Toen zag je beter dat het een afkorting (‘letterwoord’) is, namelijk van het Engelse ‘acquired immune deficiency syndrome’ (‘verzwakte afweer die je hebt opgelopen’). Niemand op de hele wereld zegt ‘aa-ie-dee-ES’, iedereen zegt ‘eets’. Fransen draaien wel de letters om en zeggen ‘SIDA’… Het Engels woord voor ‘hulpmiddel’ is ‘aid’ (van to aid = helpen). Een bril is een hulpmiddel voor het kijken: a visual aid. In Engeland verkoopt de brillenwinkel dus visual aids. Dat is dus niet een ‘zichtbare infectie met hiv’!.

Kijk ook bij hiv, seropositief, seronegatief.