Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Gepubliceerd op 10-04-2011

Advent

betekenis & definitie

Advent, adventus in het Latijn, is de verwachting van de komst van de grote Koning van de wereld. Advent is ook de tijd van de voorbereiding op het kerstfeest.

In de periode van vier weken voor Kerstmis wordt elke zondag in de kerk een kaarsje ontstoken van de kerstkrans. Daarom heten deze zondagen de eerste, tweede, derde en vierde zondag van de advent. Langzamerhand maken de lange donkere dagen plaats voor het weer lichter worden op aarde. Advent is de tijd van verwachting, een nieuw begin. In de streek Twente in Oost-Nederland is het traditie om gedurende de adventstijd op de midwinterhoorn te blazen.

Een nostalgisch gebruik in de adventstijd is de adventskalender, die heeft 24 vakjes. Voor kinderen is het leuk om elke dag een luikje te mogen openmaken en een chocolaatje of een ander snoepje als verrassing te zien. Oorspronkelijk is de kalender van Duits lutherse afkomst. Nog altijd zijn veel verschillende kalenders te vinden in Duitsland, maar ook in Oostenrijk. Veel landen hebben dit gebruik overgenomen.