adres - o., aanwijzing van naam en woonplaats van een persoon ; opschrift op brieven, pakketten, enz. ; plechtig schrijven aan een of ander college of staatkundig lichaam; „die zet is aan mijn adres”: dat is op mij gemunt; „noodadres”: op een wissel, die geweigerd is; „expédier à l’adresse”: door bemiddeling van een derde koopmansgoederen verzenden.