Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

Gepubliceerd op 13-06-2019

waaiergewelven

betekenis & definitie

Waaiergewelven zijn ribgewelven waarvan de kern de convexe vorm van een halve trechter of halve trompet heeft. De talrijke ribben rijzen uit één steunpunt en hebben gelijke kromming. In de meest ontwikkelde vorm zijn de ribben gelijk van lengte, staan onderling onder dezelfde hoek en hebben het beloop van een halve Tudor- of korfboog.

Het waaiergewelf is typerend voor de Engelse late gotiek. Het werd ook in houten kappen toegepast in een opeenvolging van steeds meer steekribben of tiercerons, die oprijzen van de muurschalken. Tussenribben en -glopen verfraaien het geheel, ook in de vakken die ontstaan tussen de elkaar rakende halve cirkels van de trechtermonden.

In het laatste stadium, sinds ca 1500, is het waaiergewelf geen echt ribgewelf meer, omdat het aaneengevoegd wordt van platen met geprofileerde randen die ribben simuleren.