Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

Gepubliceerd op 13-06-2019

ramen (bouwelement)

betekenis & definitie

In het bijz. wordt in de bouwkunde het randwerk bedoeld dat de glazen ruiten in een venster omsluit. In het verleden is de term nogal eens niet geheel juist gebruikt. Feitelijk zou men eronder moeten verstaan het (zie) kozijn (afgeleid van Oudf. chassin: omraming) dat de opening voor glas, luik of deur omvat. kruysraempten, deurraempten: 1640 Den Haag, Huis aan de Boschkant; driepost- of tweelichtsraam (1671 Groede-Z.), huis). (zie) blindraam.

Men spreekt ook van een stenen raam (1475 Utrecht, Dom).Ook wordt met raam bedoeld het vaste of bewegende raamwerk binnen een kozijn dat het glas omvat. cosijnen met vensters (luiken) buijten ende raempten bijnnen: 1602 Heerenveen (Fr.), Crack State.Sedert XIX zijn ook ramen van metaal (ijzer, zink, aluminium, brons) gemaakt. draairaam, Engels raam, Frans raam, glasraam, klepraam, schuifraam, uitzetraam.