Musea zijn gebouwen voor het bewaren, onderzoeken en exposeren van (cultuur-) historische, artistieke, natuurwetenschappelijke en technische voorwerpen. De eerste Nederlandse musea waren bescheiden maar doordachte gebouwen. Doordacht vanwege de optimale belichting van de kunstwerken.
In de negentiende eeuw gebeurde dit alleen door middel van daglicht (ofwel van boven, ofwel van opzij). Er was vaak sprake van een logische opeenvolging van ruimten rondom twee binnenplaatsen. Dit maakte een systematische (chronologische of thematische) presentatie van de collectie mogelijk.
Tegenwoordig is er een minder vaste indeling voor dit type gebouw en heeft het een brede culturele functie. Naast ruimtes voor tentoonstellingen, zijn er bijvoorbeeld ruimtes voor lezingen en films. Nevenruimten bestaan uit garderobes, cafés, restaurants en winkels en bij grote musea vaak ook bibliotheken. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed/Bosma)
