Meloengewelven zijn achtdelige kruisgewelven, waarvan de ribben niet worden opgevangen in een sluitsteen maar in een ring. Het koepelachtig gewelf lijkt (althans schematisch) op een halve meloen, omdat het uit acht sferische kappen bestaat. Dit type heeft concentrische steenlagen op sierribben met een halfronde doorsnede.
Het komt sinds begin 13e eeuw voor in Noord-Westfalen, Oost-Friesland en Groningen (o.a. Leens, Eestrum, Leermens, Zuidbroek, Stedum, Appingedam).