Steunpenning. Werd rond 1960 aan de deur verkocht voor 1 gulden om geld in te zamelen voor ’Oostpriesterhulp’. Deze organisatie wilde de miljoenen Volksduitsers helpen die na de tweede wereldoorlog uit de Oostbloklanden waren verdreven en in het platgebombardeerdeDuitsland zonder enig perspectief huisden in noodbarakken, bunkers en krotwoningen.
De inzameling ging uit van de parochies. De godspenning kon dienen als rozenkrans; de tien kleine puntjes geven de weesgegroetjes aan en de dikke punt het Onzevader.