Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

Gepubliceerd op 13-06-2019

driepassen

betekenis & definitie

Driepassen zijn drielobben of drieglopen. Het is een gotisch geometrisch motief van maaswerken in venstertoppen, nissen, borstweringen, friezen, frontalen enz. Gevormd naar een schema van drie elkaar rakende cirkels die beschreven zijn uit de hoekpunten van een gelijkzijdige driehoek.

Het geheel is omschreven door één cirkel. De segmenten tussen de raakpunten zijn weggenomen, zodat drie uitstralende lobben als van een klaverblad ontstaan. Kenmerk van de rayonnante gotiek.

In het stijlverloop werden de lobben spits en vervolgens gerekt, visblaas- en vlamvormig. De snijpunten worden toot genoemd en zijn vaak verrijkt met bladwerk, lelies, kopjes of knoppen. Driepassen zijn drielobben of drieglopen.

Het is een gotisch geometrisch motief van maaswerken in venstertoppen, nissen, borstweringen, friezen, frontalen enz.

Gevormd naar een schema van drie elkaar rakende cirkels die beschreven zijn uit de hoekpunten van een gelijkzijdige driehoek. Het geheel is omschreven door één cirkel.

De segmenten tussen de raakpunten zijn weggenomen, zodat drie uitstralende lobben als van een klaverblad ontstaan. Kenmerk van de rayonnante gotiek. In het stijlverloop werden de lobben spits en vervolgens gerekt, visblaas- en vlamvormig.

De snijpunten worden toot genoemd en zijn vaak verrijkt met bladwerk, lelies, kopjes of knoppen. Driepassen zijn drielobben of drieglopen.

Het is een gotisch geometrisch motief van maaswerken in venstertoppen, nissen, borstweringen, friezen, frontalen enz.

Gevormd naar een schema van drie elkaar rakende cirkels die beschreven zijn uit de hoekpunten van een gelijkzijdige driehoek. Het geheel is omschreven door één cirkel. De segmenten tussen de raakpunten zijn weggenomen, zodat drie uitstralende lobben als van een klaverblad ontstaan.

Kenmerk van de rayonnante gotiek. In het stijlverloop werden de lobben spits en vervolgens gerekt, visblaas- en vlamvormig. De snijpunten worden toot genoemd en zijn vaak verrijkt met bladwerk, lelies, kopjes of knoppen.