Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Tractaat

betekenis & definitie

Het woord tractaat is gebruikelijk in den zin van overeenkomst, verdrag; ’t meest echter in de beteekenis van kleine, populaire geschriften van godsdienstigen, zedekundigen of socialen aard, in den vorm van een verhaal, een samenspraak, ook wel van een gedicht. Deze kleine blaadjes, waarin met weinig woorden veel moet worden gezegd, stellen formeel en materiëel hooge eischen.

Formeel: een sprekende titel met een pakkende illustratie, eenvoudigheid van taal; kort, klaar, krachtig. Niet betoogend, nog minder wijsgeerig, maar levendig en aanschouwelijk van voorstelling.

Scherpe pijlen met veeren.Materiëel: bij de godsdienstige tractaten een ruime aanbieding des heils, zonder tot algemeene-verzoeningsgeest te vervallen. Geen oppervlakkig zedepreekje, geen eenzijdig vrees aanjagen voor straf en oordeel; maar de schrikkelijke realiteit der zonde en de heerlijke werkelijkheid der liefde Gods in Christus voorhoudend. Ook hebben ze te bepleiten de groote zedekundige beginselen, die het Christendom stelt voor dit leven. De speciale tractaten, die nadrukkelijk een bepaalde zonde bestrijden, moeten centraal opgevat zijn, in verband met de roeping om zich aller zonde vijand te betoonen. Alleen tractaten die confessioneel zijn wat den inhoud betreft; en psychologisch trachten in te leven in den gedachtenkring der lezers, zullen aan het gevaar van vage oppervlakkigheid en matte eentonigheid ontkomen.

De tractaat-litteratuur dagteekent uit den tijd der Reformatie (Luther’s 95 stellingen). De eerste organisatie tot drukken en verspreiden van tractaten is van Gereformeerden oorsprong. Zij werd door Fransche uitgedrevenen te Basel gesticht. Later door Farel te Genève gevolgd. In 1799 werd te Londen de Religious TractSociety opgericht; welke de stimulans gaf tot de oprichting van bijna alle tractaat-vereenigingen over de geheele wereld. Wijl het tractaat propaganda-middel werd voor allerlei richtingen, is de tractaat-litteratuur zeer bont geschakeerd.

De godsdienstige blaadjes zijn naar den inhoud te onderscheiden in: Algemeen Christelijke, Confessioneele, Religieus-moderne en Anti-Christelijke. Het Nederlandsche tractaat-genootschap, 1820, is onder ons het oudste. De „Vereeniging tot verspreiding van godsdienstige blaadjes” door Jhr Mr A. M. C. van Asch van Wijck in 1856, als ook de „Christelijke volksblaadjes tegen het ongeloof onzer dagen” verrichtt’en uitnemend werk. Voortreffelijk zijn ook de tractaten van Ds H.

J. Maatjes. De Gereformeerde Zondagsschoolvereeniging „Jachin” geeft kindertractaatjes uit. Het Gereformeerde tractaat-genootschap „Filippus”, opgericht in 1878, doet het licht van Gods Woord schijnen over alle terreinen van het leven. Veelzins uitnemend zijn ook de talrijke uitgaven van Voorhoeve’s „Evangelisatiebibliotheek”. Een bijzonder stempel dragen de pittige, puntige blaadjes van de vereeniging „Gideon” te Rotterdam.

Het „Geert Grootegenootschap” voert een sterke apologie voorde Roomsche kerk en heeft in zijn Centraal Depót een model-organisatie. De tractaten van moderne zijde „De Evangelische Maatschappij”, 1853, richten zich vooral tegen Rome. Anti-Christelijk zijn de blaadjes van „De Dageraad” en van de S.D.A.P.

De tweede hoofdreeks omvat de speciale tractaten tot bestrijding van de zonde van drankmisbruik, ontucht, het vloeken, of tot propaganda van maatschappelijke en politieke belangen.

De tractaat-verspreiding heeft drie perioden. De eerste in de 16e eeuw, tegen het Roomsche bijgeloof gericht; de tweede, onder Methodistischen en Piëtistischen invloed, tegen de versteende orthodoxie; de derde, na de Fransche Revolutie, tegen ongeloof en godsdienstloosheid.

De opzettelijke verspreiding geschiedt geregeld en systematisch, de onopzettelijke occasioneel. Het gesproken woord, vooraf of daarna, oefent groote kracht. Goed georganiseerde verspreiding kan heel een kerk mobiel maken. Tractaatverspreiding vloeit voort uit het bevel des Heeren (Deut. 6:7; Pred. 11 : 1; Marc. 16 : 15c) uit de roeping van Christus’ kerk en uit het ambt aller geloovigen. Wie tractaten verouderd acht, vergeet de les der historie. In elke worsteling der geesten heeft de tractaat-verspreiding overwegenden invloed geoefend.

Als allerlei sectarische en anti-Christelijke stroomingen steeds meer hun blaadjes naar alle kanten doen sneeuwen, zouden dan alléén de Christelijke tractaten onbruikbaar zijn? Het nederige werk der tractaatverspreiding heeft vooral in onzen tijd een heerlijke roeping te vervullen. In het mostaardzaadje, deze korrel van het geringste volumen, schuilt de machtigste levensdrang. Het getuigenis, dat door de tractaat-verspreiding uitgaat, is nooit ijdel, het zal tot zegen strekken of tot een aanklacht blijven.