Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Staatsrecht

betekenis & definitie

Onder staatsrecht wordt verstaan het geheel van rechtsvoorschriften, regelende de samenstelling en de bevoegdheden van de organen van den staat en voorts de wijze waarop die organen hun taak hebben te vervullen. In deze omschrijving ligt reeds opgesloten de onderscheiding tusschen staatsrecht in engeren zin en administratief recht (Verfassungsrecht en Verwaltungsrecht).

Onder het staatsrecht in engeren zin verstaat men dan de rechtsregelen betreffende de samenstelling en bevoegdheden van de staatsorganen. Het beschrijft den staat en zijn organen in rust.

Het administratief recht regelt de wijze, waarop die organen hun taak hebben te vervullen. Het beschrijft den staat en zijn organen in beweging, in actie. Naar een gebruikelijk beeld, aan de medische wetenschap ontleend, wordt de onderscheiding verduidelijkt door de tegenstelling tusschen de anatomie en de physiologie van het menschelijk lichaam. Een fundamenteel criterium voor deze onderscheiding bestaat echter niet. Zij is te beschouwen als een beginsel van arbeidsverdeeling. Rechtens heeft zij dan ook nimmer eenig bijzonder gevolg.

Het staatsrecht in engeren zin vat derhalve samen de algemeene bepalingen betreffende den staatsvorm, het koningschap, de Staten-Generaal, de lagere publiekrechtelijke lichamen (provinciën, gemeenten en wetenschappen), de justitie, de defensie, e.d.

Voorts vallen daaronder de bepalingen omtrent de z.g.n. grondrechten, welke den burgers gelijkheid voor de wet, onschendbaarheid van eigendom, persoon, woning, briefgeheim, vrijheid van vereeniging en vergadering, godsdienst enz. waarborgen.

Het administratief recht omvat de rechtsbepalingen betreffende de wijze waarop de staatsorganen hun taak hebben te vervullen. Gezien de wijdvertakte bemoeiingen, welke tot de taak van den modernen staat worden gerekend, zijn deze bepalingen van zeer uiteenloopenden aard. Zoo vallen daaronder speciale voorschriften inzake de buitenlandsche betrekkingen, militaire organisatie, strafvoltrekking, publieke veiligheid (politie), finantieel beheer der publiekrechtelijke lichamen, en vele andere onderwerpen.

Bronnen van het positieve, d. w. z. het thans hier te lande geldende, staatsrecht zijn de eigenlijke staatsrechtelijke wetten (grondwet en organische wetten), wettelijke voorschriften, die het staatsleven opzettelijk normeeren ; voorts ook verdragen en tractaten met buitenlandsche mogendheden, en ten slotte het gewoonterecht, voorzoover daaraan rechtswaarde moet worden toegekend.