Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Sociale verzekering

betekenis & definitie

Hieronder verstaat men in het algemeen die soorten van verzekering, die ten doel hebben den mensch te verzekeren tegen de geldelijke gevolgen van geheel of gedeeltelijk, tijdelijk of blijvend verlies van arbeidskracht, of wel van omstandigheden buiten zijn schuld, waardoor hij, hoewel in het volle bezit zijner arbeidskracht, deze niet kan productief maken.

Bij de Ongevallenwet van 2 Januari 1901, in 1921 belangrijk gewijzigd, is in Nederland ingevoerd een verplichte verzekering van werklieden, tegen de geldelijke gevolgen van ongevallen, hun in verband met de uitoefening van het bedrijf overkomen. De premie, die verband houdt met de gevarenklasse van het bedrijf, wordt door den werkgever betaald. Bij ongeval heeft de arbeider recht op kostelooze geneeskundige behandeling. Voorts op een tijdelijke uitkeering, indien de getroffene op den derden dag buiten staat is zijn gewonen arbeid te verrichten, gedurende ten hoogste 6 weken; op een voorloopige uitkeering als de getroffene na 6 weken nog niet werken kan of de omstandigheden nog niet voldoende zeker zijn om een vaste rente te bepalen. Deze uitkeeringen bedragen 70% van het loon. Bij blijvende invaliditeit wordt na 6 weken een vaste rente uitgekeerd, waarvan het bedrag verband houdt met den graad der invaliditeit.

Bij overlijden tengevolge van een ongeval worden de begrafeniskosten vergoed. De nagelaten betrekkingen ontvangen dan een rente.

De Zee-ongevallenwet en de Landbouw-ongevallenwet hebben een soortgelijke regeling.

De Invaliditeitswet van 5 Juni 1913 regelt de verplichte verzekering van arbeiders tegen de geldelijke gevolgen van invaliditeit en ouderdom. Invalide is de arbeider, die tengevolge van ziekte of gebreken niet meer ten minste een derde van zijn loon in gezonde dagen kan verdienen. De verzekerde, die den leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, heeft recht op ouderdomsrente. Bij overlijden van den verzekerde wordt een weduween weezenrente uitgekeerd. Het bedrag der uitkeering is afhankelijk van de loonklasse, den duur der verzekering en het min of meer geregelde der premiebetaling. De verzekerde, die dreigt invalide te worden, kan kostelooze geneeskundige behandeling en opneming in een inrichting verkrijgen.

De premie wordt betaald door den werkgever. Evenals bij de Ongevallenwet is een speciale regeling getroffen voor hen, die tegen verzekering gemoedsbezwaren hebben.

De Ouderdomswet van 4 November 1919 regelt de vrijwillige ouderdomsverzekering, waarbij ieder Rijksingezetene zich verzekeren kan voor een rente na het bereiken van den 65-jarigen leeftijd.

De bij de wet van 5 Juni 1913 tot stand gekomen Ziekte-wet van Minister Talma is nog steeds niet ingevoerd. Waarschijnlijk zal binnenkort een gewijzigde Ziekte-wet totstandkomen.