Het gehoororgaan ligt veilig verscholen binnen in het rotsbeen, een deel van den schedel. De gehoorschelp dient om het geluid op te vangen; langs den gehoorgang komt het geluid tegen het trommelvlies, dat begint te trillen.
Deze trillingen worden voortgeplant door het middenoor, en wel van het trommelvlies langs de gehoorbeentjes naar het inwendig oor, het z.g. slakkenhuis, waar de gehoorzenuw eindigt. Deze zenuw gaat naar het gehoorcentrum inde schors der groote hersenen.
Onze ziel bedient zich nu van het gehoororgaan, de gehoorzenuw en het gehoorcentrum om geluiden waar te nemen; en vooral om het gesproken woord te hooren en te verstaan.Ook in de Heilige Schrift is het oor het orgaan om te hooren, dat de Heere heeft geplant. Die Schrift spreekt op menschelijke wijze van God, wanneer gevraagd wordt: Verberg uw oor niet voor mijn zuchten (Klaagl. 3 : 56); Neig uw oor tot mij (Ps. 17 : 6) enz.; het geschrei is gekomen tot in de ooren van den Heere Sabaóth (Jac. 5:4).
