is een psychische werkzaamheid, waardoor de mensch in de emotioneele functie werkzaam is en op sterke wijze, dus met een bewogen gemoed, ondervindt hoe dingen of toestanden hem aandoen. Zulk een ontroering kan zijn van aangenamen aard; een jubilaris die op den herdenkingsdag met bewijzen van toegenegenheid wordt overladen, kan dikwijls door blijde ontroering geen woorden vinden, om te uiten, wat er in hem omgaat.
Evenzoo kan een plotseling bericht van het overlijden van iemand, dien we liefhebben en hoogachten, ons zóó ontroeren, dat de woorden ons ontbreken, om de smartelijke aandoening der ziel te openbaren. Waar de mond zwijgt, spreekt dan het gebaar.