Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Ofir

betekenis & definitie

In de dagen van Salomo hooren we voor het eerst van een land Ofir, waarheen Salomo’s schepen van Elath met behulp der Feniciërs uitvoeren om er goud te halen (1 Kon. 9 : 28), ook het niet nader bekende almuggimhout en edelgesteente (1 Kon. 10:11). In 1 Kon. 10 : 22 wordt melding gemaakt van Tarsisschepen, die om de drie jaar „goud, zilver, ivoor, apen en pauwen” naar Jeruzalem brachten.

Maar hiermede zullen wel handelsondernemingen in het algemeen bedoeld zijn. Na Salomo’s dood schijnen de connecties met Ofir verbroken te zijn.

Eerst Josafat tracht ze, maar tevergeefs, weer aan te knoopen (1 Kon. 22 : 48 v.; 2 Kron. 20 : 35—37). Het land is blijkbaar vooral een goudland geweest.

Vandaar dat „goud van Ofir” gelijkluidend wordt met „fijn goud” (Jes. 13:12; Ps. 45 : 10; Job 28 : 16; 1 Kron. 29:4), terwijl zelfs Ofir zonder meer die beteekenis kan krijgen (Job 22 : 24).Waar hebben we dat land te zoeken?

In Gen. 10 : 29, 1 Kron. 1 : 23 hooren we van Ofir als zoon van Joktan, m.a. w. het wordt geplaatst in, althans in nauw verband gebracht met Arabië, meer bijzonder met het Zuid-Oosten van dat schiereiland. Naar het Zuiden wijst ook het feit, dat men van Elath of Ezeon-Geber moet uitvaren om in Ofir te komen.

Reeds Flavius Jozefus (Oudheden VIII 6, 4) denkt aan Indië, gelijk ook o.a. Vitringa, Bochartus, Relandus en Franz Delitzsch. Men zoekt het dan bij de monden van den Indus. Maar van eenig handelscontact met Indië in dezen tijd weten we niets en in de teksten zelf is er niets, dat daarheen wijst.

De ontdekkingsreiziger Peters heeft in zijn Das goldene Ophir Salomos (1895) het gezocht in Masjonaland tusschen Zambesi en Limpopo, dus het huidige Rhodesia. Maar, voorzooverwe weten, was dat gedeelte van Zuid-Afrika toen ten eenenmale onbekend. En wanneer Peters het identificeert met het Egyptische Punt, waarheen in de dagen van Hatsjepsoet Marc(✝ 1500 v. Chr.) handels-expedities worden afgezonden, dan vergist hij zich. Met Punt wordt bedoeld de Ethiopische kust van de Roode Zee.

Zelfs een identificatie van Ofir met Punt is niet waarschijnlijk, omdat Punt niet als Ofir het goudland geweest is parr excellence. We zullen het wel, ondanks Hommel, die het in zijn Grundriss der Geographie und Geschichte des Alten Orients II (1926) bl. 553 v. in Oost-Arabië blijft vermoeden, in Zuid-Westelijk Arabië hebben te zoeken, waar we weten van goudrijke beken; vgl. behalve Sanda, Bücher der Köninge I bl. 262—270 ook E. Bräunlich in Oriënt. Literaturzeitung 1925 bl. 1—5.