Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Nicole Malebranche

betekenis & definitie

Fransch priester, broeder van het „Oratorium Jesu”, beoefende de wijsbegeerte. Geboren 1638, f 1715.

Hoofdwerk De la recherche de la verité (1675), verder van beteekenis: Entretiens sur la métaphysique et sur la religion (1688). Een uitvoerig artikel over hem verscheen in l’Année philosophique III en IV van F.

Pillon. Zijn werken werden opnieuw uitgegeven bij J.

Simon (Parijs, 1871).Zijn filosofische standpunt is dat van het occasionalisme, dat ook door Arnold Geulinx (zie aldaar) werd verdedigd. Besprak Geulinx vooral het samengaan van de gebeurtenis in de stof en den menschelijken geest, Malebranche breidde dit parallelisme uit tot alle gebeurtenissen en wisselwerkingen in de natuur. In heel de natuur is alzoo een werking Gods aanwezig om de dingen te leiden en te doen bewegen op zulk een wijze, dat innerlijke prikkel en uiterlijke reactie samen gaan. En dit standpunt handhaafde hij dan weder, door de leer van de raison universelle, waarbij hij betoogde, dat alle geesten modificaties (zooiets als bestaanswijzen) van God waren, evenals alle lichamen bestaanswijzen van de de ruimte vullende materieele massa zijn. Zoo wordt God een „plaats der geesten”, evenals de ruimte de plaats der lichamen is. Voor Malebranches kenleer heeft deze opvatting eveneens groote beteekenis.

Onder invloed van Cartesius moest hij wel aannemen, dat wij de stoffelijke wereld niet onmiddellijk kunnen kennen. Maar wijl de ideeën en de vormen van alle dingen in God zijn, en onze geest een modificatie is van Gods Geest, kennen wij die ideeën in God. Daar nu deze ideeën gelijk zijn aan de vormen der buitenwereld, kennen wij ook deze, krachtens den regel, dat, als a = b en a = c, wij, indien we b juist kennen als gelijk aan a, ook practisch op de hoogte zijn met den toestand van c. Malebranche betoogde, dat hij, bij zijn systeem, „alle dingen kende in God”.

We doen nog opmerken, dat door onderscheiden nieuwe psychologen de occasionalisten beschouwd worden als voorloopers van de school van het „psychophysisch parallelisme”.