Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Nederigheid

betekenis & definitie

is bescheidenheid, ootmoed, geringheid van ziel, en staat dan tegenover hoovaardij, hoogmoed, zelfverheffing, bijv. in Spreuk. 16 : 19: „Het is beter nederig van geest te zijn met de zachtmoedigen, dan roof te deelen met de hoovaardigen”; en in Jac. 4:6: „God wederstaat de hoovaardigen, maar den nederigen geeft Hij genade”. Een der Christelijke deugden, die door God beloond wordt, Spreuk. 15 : 33: „de nederigheid gaat voor de eere”, en 22 : 4: „Het loon der nederigheid, met de vreeze des Heeren, is rijkdom, en eere en leven”; wel te onderscheiden van het verouderde neder heid d. i. geringheid, lage stand in de maatschappij, zooals het in de Statenvertaling van Luc. 1 : 48 voorkomt: „Omdat Hij de nederheid (geringheid, geringe stand in de maatschappij) Zijner dienstmaagd heeft aangezien”.