Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Middellandsche Zee

betekenis & definitie

Beteekenis De beteekenis van de Middellandsche Zee is op voortreffelijke wijze uiteengezet door Dr A. Kuyper in de voorrede van zijn boek Om de oude Wereldzee waarin hij schreef: „Tot titel koos ik Om de oude Wereldzee, wijl het de beteekenis der Middellandsche Zee als voormalige wereldzee is, die de deelen van Europa, Azië en Afrika, welke ik bezocht, in eenheid saamhoudt.

Heel den loop der eeuwen door, trekt de historie zich in haar hoofdmotieven steeds om een zee saam. Een zee van grooten omvang heeft toch dit eigenaardige, dat ze streken van zeer uiteenloopend karakter met elkaar in aanraking en verband brengt.

Uit die aanraking van het heterogene ontstaan diepgaande worstelingen, die aan de historie der menschheid haar schitterende episoden gaven. Te land loopen hiermede wel een reeks van worstelingen evenwijdig, maar overmits deze meer het homogene in conflict brengen, blijven ze van lagere orde en missen den verreikenden invloed dien de strijd om de wereldzee steeds uitoefent.

Nu is van oude tijden her tot diep in de 15de eeuw de Middellandsche Zee onafgebroken de Wereldzee geweest, langs wier kusten en op wier wateren de groote historische worstelingen plaats grepen. Na de 15e eeuw is de Atlantische Oceaan, met de Noordzee en de Oostzee, hier ten deele voor in de plaats getreden; en sinds de 20e eeuw aanbrak, wijst veel erop, dat de Zuidzee voortaan de hoofdrol vervullen zal.

Wat echter, in vergelijking hiermee, de Middellandsche Zee in zoo hooge mate belangwekkend maakt is1° dat ze gedurende meer dan dertig eeuwen het centrum van ons menschelijk leven is geweest;
2° dat zij het was, die de drie werelddeelen van Azië, Europa, en Afrika met elkaar in aanraking en tot botsing bracht; en
3° dat de cultuur-ontwikkeling en in verband hiermee de worsteling tusschen het Aziatische en Egyptische, classiek-Grieksche-Romeinsche, en daarna tusschen het Christelijke en Mohammedaansche element, om haar zoom z’n verloop nam.

Zelfs nu nog behoudt de Middellandsche Zee een rang van ernstige beteekenis, door de doorgraving der landengte van Suez zelfs nog verhoogd; en al kan ze thans niet meer gezegd worden de Wereldzee te zijn, toch blijft de kennis van de landen die haar eigen bekken, en dat van de bij haar behoorende Zwarte- en Adriatische Zeeën, omgeven, voor den loop ook der komende historie van hoog gewicht. De rol, die ze te vervullen heeft, is nog allerminst afgeloopen”.

Aan de oevers van de Middellandsche Zee ligt ons geestelijk vaderland. Daar is het Heilige Land, waar het volk woonde, dat de Openbaring ontving. Daar zijn ook de landen van de klassieke beschaving, waarop onze Westersche cultuur rust. Men zal erkennen, dat deze hooge cultuur een product is geweest van den bijzonderen geest harer dragers.

Aardrijkskundige gesteldheid De groote beteekenis van de Middellandsche Zee is daarnaast te verklaren uit haar gunstige geografische factoren. De afgeslotenheid van het gebied bevorderde de rust, die voor den groei van een cultuur noodzakelijk is; anderzijds brachten de toegangen en poorten zoowel de handelsproducten als de denkbeelden uit den vreemde. Het klimaat leidde weliswaar vaak tot het verlangen naar een dolce far niente, maar de weelderigheid van plantengroei en de gemakkelijkheid van levensonderhoud wekten anderzijds de levensvreugde en speelschheid van geest, die het kenmerk zijn van de bewoners harer oeverlanden. De helderheid van de lucht bevorderde reeds in de oudheid de scheepvaart en de rijkdom van de grensgebieden veroorzaakte den levendigen handel.

De Middellandsche Zee is een middelzee (dat zijn zeeën, die diep in de vastelanden dringen en zelfs werelddeelen scheiden en waarvan de diepte zeer verschillend is op onderscheiden plaatsen). Van den Atlantischen Oceaan is zij afgesloten door den drempel in de Straat van Gibraltar (diepste plaats 320 M.).

Bezien wij een dieptekaart, dan bemerken wij, dat de Middellandsche Zee bestaat uit een aaneenschakeling van bekkens, gescheiden door den drempel in de Straat van Sicilië.

De getijden in de Middellandsche Zee zijn van weinig beteekenis; ook aan de kust van Palestina niet noemenswaard. Daarentegen ontwikkelen zich in sommige zeestraten getijstroomen, doordat aan den eenen kant de vloed opkomt en aan de andere zijde ebbe is. Bekend is deze getijstroom in de Straat van Messina; doordat hoogwater in de Tyrrheensche Zee samenvalt met laagwater in de Jonische Zee en omgekeerd, gaan daar bij afwisseling om de zes uren de rema scendente naar het Zuiden, de rema montana naar het Noorden ; deze getijstroomen geven in de bochten aanleiding tot kleine wervelbeweging; hierdoor ontstond de sage van de draaikolk de Charybdis, in vereeniging met het monster Scylla.

Zeer groote beteekenis voor de watercirculatie hebben de stroomen in de Straat van Gibraltar. Aan de Middellandschee Zee wordt door de rivieren betrekkelijk weinig zoet water toegevoerd en de verdamping is er groot door de hooge temperatuur. De gevolgen hiervan zijn 1° dat de waterspiegel in de Middellandsche Zee iets lager is, 2° dat het zoutgehalte er hooger is. Hierdoor ontstaan twee stroomen: „een bovenstroom” van Oceaanwater, dat met kracht naar binnen gaat; „een benedenstroom” vanhetzoutere water uit de Middellandsche Zee naar den Atlantischen Oceaan. Door den drempel in de Straat van Gibraltar kan het koude, diepe Oceaanwater niet in de Middellandsche Zee komen; hierdoor daalt de temperatuur van het zeewater nergens beneden 12,7° C.

Langs de kusten heeft (waarschijnlijk tengevolge van de winden) een beweging van het water plaats, en daardoor een verschuiving van het door de rivieren meegebrachte puin. Deze kustverplaatsing gaat in een richting, tegengesteld aan de beweging van de wijzers op een klok. Aan de kust van Palestina beweegt zich die stroom dus van het Zuiden naar het Noorden.

De golven in de Middellandsche Zee zijn minder hoog dan op de Oceanen (het maximum is 5 M. tegenover 15 M. op de wereldzee), en ook korter. Hierdoor is de zee moeilijker te bevaren en heeft men er meer last van zeeziekte.

De Middellandsche Zee en de Bijbel In de Heilige Schrift wordt de Middellandsche Zee op onderscheiden plaatsen genoemd de groote zee (Num. 34 : 6, 7; Joz. 1:4; Ezech. 47 : 20), de groote zee tegen den ondergang der zon (Joz. 23 : 4), de achterste zee (Deut. 11 : 24; Joël 2 : 20; Zach. 14 : 8) en de zee der Filistijnen (Ex. 23 : 31).

De naam Achterste Zee is te verklaren, omdat de Oosterling zich met het gelaat wendde naar het Oosten.

De Israëlieten hebben in de oudheid geen scheepvaart op de Middellandsche Zee gehad. Toch heeft het volk, dat eenmaal in de woestijn leefde, een tijd gekend, waarin zijn gezicht, als de Profeet Jesaja zegt, stralend en zijn hart verwijd werd van de schittering der zee; want de vloed der zee is naar u toegekeerd, en de rijkdom der volken komt tot u. Wie zijn deze, die daar komen gevloden als een wolk, en als duiven tot hare vensters ? Want de eilanden zullen mij verwachten, om uw zonen van verre te brengen, hun zilver en hun goud met hen, tot den naam van den Heere der heirscharen en tot den Heilige Israëls” (Jes. 60:5,8, 9). De eilanden — dat zijn allereerst Cyprus (Kittim), Rhodus en Creta (Kafthor). Deze eilanden, de drie eenige van de Middellandsche Zee, die in het Oude Testament genoemd worden, waren blijkbaar de lijn van den Fenicischen handel naar het Westen toe. In deze richting voeren de schepen uit Tyrus en Sidon en Joppe om handel te drijven ook naar de verre „eilanden”.

De ladingen, die zij uitvoerden over de Middellandsche Zee waren Syrische tarwe, olie en balsem; en zij brachten terug linnen, purper, scharlaken, zilver, ijzer, tin, lood (Ezech. 27 : 6, 12, 13,17). Soms brachten zij Hebreeuwsche slaven (Amos 1 : 9) en ballingen (Jona 1 : 3) Westwaarts, voorloopers der verstrooiing.

Voor dat verre gebied in de Middellandsche Zee waren naar het profetische woord geestelijke goederen weggelegd: De eilanden zullen naar Zijn leer wachten (Jes. 32 : 4), op Mij zullen de eilanden wachten, en op Mij n en arm zullen zij hopen (Jes. 51 : 5). Toen de Joden onder Simon Maccabeüs Joppe innamen, was het, alsof deze profetie hun voor den geest kwam; wij lezen van dezen Maccabeër: „Met al zijn heerlijkheid nam hij Joppe tot een harer en maakte een toegang tot de eilanden der zee” (1 Macc. 14 : 5).