Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Macht

betekenis & definitie

is met een enkele uitzondering in het Nieuwe Testament de vertaling van een Grieksch woord, afgeleid van een werkwoordsvorm, die beteekent: het is geoorloofd, het staat vrij. Deze grondbeteekenis komt uit in de verschillende schakeeringen, die in de Statenvertaling het woord macht heeft.

Wij zonderen hiervan de weinig talrijke gevallen uit, waarin het een ander Grieksch woord weergeeft (vgl. Rom. 8 : 38; 2 Cor. 1:8); hier heeft de Grieksche tekst een woord, door de Statenvertalers in den regel met kracht vertaald (Rom. 9 : 22; Ef. 1 : 19,-; 6 : 10; Hand. 19 :20).

Macht duidt dus zoowel aan datgene waartoe iemand in staat is en waarin hij niet belemmerd wordt als datgene, waartoe hij bevoegd is.

In den regel staat het laatste op den voorgrond, hetzij de bevoegdheid verleend is van buiten af, hetzij ze haar grond vindt in innerlijken aanleg, in de gaven, van God ontvangen.

Beide, wezen en ambt vallen samen in den persoon van Jezus Christus (vgl. Matth. 9:6; Joh. 10 18; als tegenstelling Joh. 19 : 10 v.).

Daarom is Zijne macht een Hem verleende volmacht (vgl. Matth. 7 : 29), en tegelijk iets, dat uit Zijn persoon voortvloeit, met Zijn natuur onafscheidelijk verbonden is.

Voor de beteekenis bevoegdheid, volmacht zie men Matth. 21:23; 2 Thess. 3 : 9 enz.; nauw hieraan grenst de beteekenis van in staat zijn, vermogen (vgl. Marc. 3:15; Joh. 17 : 2 enz.).

Ook degenen, aan wie van Godswege een bepaalde bevoegdheid is verleend, de dragers en vertegenwoordigers van een zekere volmacht heeten in het Nieuwe Testament machten (vgl. Rom. 13 : 1; Tit. 3 : 1 enz.).

Eveneens worden de dragers of vermeende dragers van bovennatuurlijke krachten als machten aangeduid, bijv. 1 Cor. 15 : 24, Ef. 1 : 21, 3 : 10, 6 : 12, Col. 2 : 10, 15.

Ook het gebied, binnen hetwelk een dergelijke macht wordt uitgeoefend, een zekere volmacht geldt, heet macht (vgl. Col. 1 : 13; Luc. 23 : 7; Statenvertaling: gebied; 22 : 53). Overal echter, waar in het Nieuwe Testament het woord macht voorkomt, met uitzondering van de bovenaangegeven gevallen, toont het zijn afkomst, en klinkt de gedachte aan bevoegdheid, volmacht, erin mede.



Alsjeblieft!
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis? Klik hier en word vriend van Ensie.