Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Johanna

betekenis & definitie

I. Johanna I, dochter van Karel van Calabrië, volgde in 1343 haar grootvader Robert, koning van Napels, in de regeering op.

Ofschoon uitgehuwelijkt aan haar neef Andreas van Hongarije, knoopte zij ongeoorloofde liefdesbetrekkingen aan met een anderen neef, Lodewijk van Tarente. In 1344 werd haar gemaal Andreas vermoord en werd Johanna, die spoedig daarop met Lodewijk van Tarente huwde, van medeplichtigheid aan dezen moord beschuldigd.

Andreas’ broeder, Lodewijk van Hongarije, wilde den dood van Andreas wreken en trok met een leger naar Italië, waarop Johanna en haar gemaal vluchtten naar Avignon. Lodewijk van Hongarije kon zich echter niet handhaven en in 1349 keerde Johanna wederom naar Napels terug.

In 1362 stierf Lodewijk van Tarente, waarop Johanna nog tweemaal hertrouwde. Haar lichtzinnig leven wekte algemeen ontstemming, en hiervan maakte toen Lodewijk van Hongarije gebruik om zich andermaal in de Italiaansche aangelegenheden te mengen.

Hij verscheen met een leger te Napels en stelde Karel van Durazzo tot koning aan, die Johanna gevangen liet nemen en in 1382 door verworging om het leven liet brengen.II. Johanna II, dochter van Karel van Durazzo, werd in 1371 geboren en volgde in 1414 haar broeder Ladislaus als koningin van Napels in de regeering op. Evenals Johanna I leidde ook zij een losbandig leven. Mede als gevolg daarvan kenmerkte haar regeering zich door talrijke twisten. Tegen Lodewijk van Anjou zocht zij steun bij Alfonsus V van Arragon, welken zij aannam als zoon. Later geraakte zij ook met dezen in twist. Zij stierf in 1435.