worden in de Heilige Schrift soms genoemd degenen, op wie God iets van Zijn glans en majesteit heeft gelegd, en die Hij in zeer bizonderen zin als Zijn plaatsvervangers wil beschouwd zien, Ex. 4: 16, 7: 1,21 : 6, 22 : 8, 9, 28 vg. Joh. 10 : 34, 35; ook degenen, die door Hem in de wereld met gezag zijn bekleed en als zoodanig dragers en beschermers hebben te zijn van het door Hem gegeven recht, Ps. 82 : 1, 6.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk