Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Donder

betekenis & definitie

Naast de vele verhevene openbaringen der Goddelijke majesteit in de werken der schepping, is er hoofdzakelijk een, die het zondige menschenoor als een stem Gods met verpletterend geweld aangrijpt — de donder. Hij die aan een levenden God gelooft, stompt dezen indruk niet af door de leer der natuurkunde.

Al is de donder te verklaren, hij blijft toch een van Gods knechten. Daarom mag de donder een stemme Gods genoemd worden.

De Heere zelf heiligt het natuurlijke gevoel van vrees voor dit machtige natuurverschijnsel tot ootmoedige aanbidding zijner heiligheid en macht, gelijk Hij vaak zijn groote daden, voornamelijk zulke, die zijn ijver voor zijn heilige wet bekend maken, met de stem des donders begeleidt. Zoo deed Hij bij de tuchtiging van Farao (Exod. 9 :23, 28), bij de wetgeving op Sinaï (Exod. 19 : 16; vgl.

Ps. 77:19), bij het verlangen van Israël naar een koning (1 Sam. 12:17), en zoo zal Hij doen bij de Goddelijke eindgerichten over de wereld (Openb. 10 : 3, 4; 11 : 19; 16 : 18). Job buigt zich diep voor deze verootmoedigende prediking van de heilige macht Gods (Job 26 : 14; 36 : 33; 37 : 4; 38 : 34; 40 : 4), en klaagt over de verstoktheid der menschen. tegen haar (37:5).

Maar gelijk voor den donder Gods zijn vijanden vertsagen moeten (2 Sam. 22 : 14), tevens de vijanden van David (Jer. 25 : 30), de Heidenen (Joël 2 : 11), het onboetvaardige Israël: zoo zijn donderslagen tegelijk de teekenen der eindelijke verlossing van Gods vrienden (Openb. 8 : 5).