Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Broeder

betekenis & definitie

komt in verschillende beteekenissen in de Heilige Schrift voor.

I. In lichamelijken zin.
1. Zonen van denzelfden vader, van dezelfde moeder.
2. Naaste bloedverwanten (Gen. 13 : 11; 14 : 14), Lot, Abrahams broeders zoon. Zoo wellicht (Matth. 13 : 55) Jacobus en Joses, Simon en Judas, volle neven van Jezus, zonen van Alfeus en Maria, zuster van de moeder van Jezus (vgl. Joh. 7 : 5), anderen zeggen, dat het werkelijke broeders van Jezus geweest zijn.
3. Stam- en volksgenooten (Deut. 2 : 4, 8; Ex. 2 : 11; 4 : 18; Lev. 25 : 25; Ps. 133 : 1).
4. Medemenschen (Gen. 9 : 5; 19 : 7).

II. In geestelijken zin, door den band van dezelfde liefde met elkander verbondenen.

1. Voor vriend in ’t algemeen, David en Jonathan (2 Sam. 1 : 26; 1 Kon. 20 : 32).
2. In het Nieuwe Testament, door den band des geloofs en der liefde met Christus (Matth. 12 : 50; Joh. 20 : 17; Hebr. 2 : 12) en onder elkander verbondenen (Luc. 22 : 32; Joh. 21 : 23; Hand. 16 : 40; 1 Cor. 6 : 5; 15 : 6).