Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Bijbel

betekenis & definitie

I. Inleiding

Het woord Bijbel is, gelijk de vroeger veel en thans nog wel gebruikte naam Biblia bewijst, afgeleid van het Grieksche biblia, dat boeken beteekent. Naar de afkomst duidt de naam Bijbel dus eigenlijk aan, dat hij een bundel van verschillende geschriften is. Het gebruik heeft echter aan het woord Bijbel een andere beteekenis gegeven. Niet de veelheid, maar de eenheid ligt er in uitgedrukt. Het woord Bijbel geeft te kennen, dat die vele boeken bijeen hooren, een zelfden Goddelijken oorsprong hebben en daarom van alle andere boeken zijn te onderscheiden.

In zekeren zin spreekt het woord Bijbel als vreemd woord ons minder toe. Woord Gods of Heilige Schrift zegt meer. En het kan in verschillende gevallen beter zijn en eerbiediger deze laatste uitdrukkingen te gebruiken. Ze karakteriseeren den Bijbel, wat het woord Bijbel niet doet. Maar we kunnen toch het woord Bijbel niet missen. In de eerste plaats, omdat we het noodig hebben, om het uiterlijke, het boek als boek aan te duiden („een Bijbel koopen”, „Bijbels verspreiden” enz.); in de tweede plaats, omdat het woord Bijbel nu eenmaal ingeburgerd is en ook uitnemend gebruikt wordt, waar andere woorden minder goed passen.

Bepaald is dit het geval in samenstellingen (Bijbelgenootschap, Bijbelgebruik, Bijbelclubs etc.). Tot die samenstelling behoort ook Bijbelcanon.