Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Bewegen

betekenis & definitie

I. Grondbeteekenis: snel heen en weder bewegen.

De hand over iemand bewegen, zooveel als krachtig zwaaien ter bestraffing (Zach. 2:9; Jes. 19 : 19).II. Het Hebreeuwsche tenufa, henif, een gewone uitdrukking voor het heen en wederbewegen der offerstukken voor het altaar. Volgens sommigen geschiedde dit slechts voor- en achterwaarts, volgens anderen ook ter rechter- en ter linkerzijde (aldus naar de vier hemelstreken), en wel op deze wijze, dat de priester de offerstukken op de handen des offerenden legde en onder deze de zijne hield gedurende het heen en weder bewegen. Deze ceremonie geschiedde niet slechts bij verschillende spijsoffers (beweegbrood, beweeggarven, Ex. 29 : 24; Lev. 8 : 27; 33: 11 v.; 17 : 20; Num. 5 : 25) of bloedige offers met enkele stukken (beweegborst Ex. 29:26v.; Lev. 7 : 30, 34; 9 : 21 ; 10 : 14; Num. 6 : 20) en het gansche dier (Lev. 14 : 12, 24; 23 : 20); bij gansche dieren voor het slachten en alleen door den priester of andere vrijwillige gaven van metalen enz. voor het heiligdom (Ex. 35 : 22; 38 : 24, 29); maar ook met de Levieten bij hun wijding (Num. 8 : 11, 15) en wel op deze wijze, dat zij voor het heiligdom heen en terug werden geleid. Daarop heeft ook wel het Joodsche gebruik betrekking, om bij het verlaten der synagoge gedurende het slotgebed eenige schreden naar voren links en rechts te doen; zij willen daarmede te kennen geven, dat hun gebed ten nutte is der gansche wereld, gelijk deze beweging voor den Heere zonder twijfel te kennen gaf, dat de wereld en al wat in de wereld is, Gode toebehoort en Hem gewijd is.