Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Bethlehem

betekenis & definitie

(broodhuis).

I. Een anders onbekende stad in den stam Zebulon (Joz. 19:15).

II. Om het hiervan te onderscheiden, wordt Bethlehem Juda genoemd (Ruth 1:2; Matth. 2 : 5), de geboorteplaats van David en Jezus. Het heette oorspronkelijk Efratha (Gen. 35 :19 ; 48 : 7) d. i. de vruchtbare, gelijk Beth-lehem („broodhuis”) in Micha 5:1 ook Bethlehem Efratha heet. Op den weg derwaarts stierf, bij de geboorte van Benjamin, Rachel, wier graf ook een half uur van daar wordt aangewezen. In het boek Jozua is Bethlehem onder de steden van Juda niet vermeld (behalve in de Qrieksche overzetting der Zeventigen in Joz. 15 :19), maar wel in het boek der Richteren. Uit Bethlehem was de Leviet (17 : 7), die in den huiselijkenafgodendienst van den Efraïmiet Micha voorzag, evenals het bijwijf van den Leviet (Richt. 19 : 1); verder Ruths schoonvader en haar echtgenoot Boas, de grootvader van Isaï (1 Sam. 16; 17 : 12).

Op de vrucht- en grasrijke beemden van Bethlehem weidde David zijn schapen en werd aldaar gezalfd (1 Sam. 16 : 13). Ookjoab met zijn broeders, zonen der zuster van David (1 Kron. 2 : 13—16), was uit Bethlehem (2 Sam. 2 : 18, 32). David verlangde naar water uit de bron bij Bethlehem (2 Sam. 23: 15—17; 1 Kron. 12 : 17—19), gelijk nu nog in de nabijheid groote waterleidingen, Salomo’s vijvers genoemd, worden aangewezen, die het water naar Jeruzalem leidden. De reiziger Robinson ontmoette een kameeldrijver, die water uit Bethlehem naar een klooster te Jeruzalem vervoerde. Rehabeam versterkte Bethlehem (2 Kron. 11 : 6) als een der voormuren van Jeruzalem naar het Zuiden. Het was echter een der kleinere steden (Micha 5:1), te klein om te zijn onder de duizenden van Juda, d. i. onder de geslachtshoofdsteden van 1000 familiën. Ook na de ballingschap slechts door 123 inwoners opnieuw opgezocht (Ezra 2 : 21).

Desniettemin zou het volgens de ook door de hoogepriesters (Matth. 2: 3—8) geloofde profetie van Micha (5:1) de geboorteplaats van Christus worden.

Boven de grot, welke de overlevering aanwijst als de geboorteplaats van Jezus, werd reeds ten tijde van Constantijn den groote een kerk gebouwd.

Justinianus verving deze kerk door een prachtiger gebouw. De tegenwoordige Mariakerk, op den Oostelijken heuvel tusschen een Latijnsch, Grieksch en Armenisch klooster gelegen en alle drie belijdenissen toebehoorende is, wat de kern aangaat, dezelfde kerk nog. In een der krypten ziet men de geboortekapel. Het veld, waar de Engel verscheen, toont men aan den reiziger twintig minuten van die plaats naar het Zuid-Oosten.

Tegenwoordig heet Bethlehem Beth-Lahm. Het heeft circa 8000 inwoners, die voor het grootste gedeelte Christelijk zijn. Er wonen slechts 260 Mohammedanen. Er is ook een kleine Evangelische gemeente.