Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Balk

betekenis & definitie

I. In den eigenlijken zin: hout voor het bouwen van woningen (Ezr. 5 : 8; 6 : 11).

Dikke balken (van cederhout, Hoogl. 1 :17) waren aan het eerste voorhof voor het paleis van Salomo. De balken aan den tempel in het gewelf, de beschotten uit cederen planken vervaardigd even als in Ninevé’s paleizen (Zef. 2:14) waren met goud overtrokken (2 Kron. 3 : 7).

Balken staan als de stellingen des huizes, voor huis (Pred. 10 : 18). „Want de steen uit den muur roept en de balk uit het hout antwoordt” (Hab. 2 : 11) d. w. z. de balk zal door het krakend ineenstorten getuigen tegen de goddeloosheid des volks.II. Zinnebeeldig in tegenoverstelling van splinter (Matth. 7:3; Luc. 6 : 41) en beteekent een zeer groot gebrek bij een zeer klein vergeleken.