Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Antinomianen

betekenis & definitie

of Antinomisten worden genoemd de aanhangers van het Antinomisme. Zij hebben zich nimmer tot een afzonderlijke secte of kerkgenootschap vereenigd, maar de verderfelijke leer is door velen, die zich Christenen noemden, omhelsd geworden.

Paulus heeft reeds tegen hen moeten waarschuwen die zeiden: laat ons het kwade doen opdat het goede daaruit kome (Rom. 3:8) of zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade te meerder worde ? (Rom. 6 : 1). En Jacobus heeft met name tegen dezulken zijn Zendbrief moeten schrijven om aan te toonen dat de mensch niet alleen uit het geloof maar óók uit de werken gerechtvaardigd wordt, en dat gelijk het lichaam zonder geest dood is, zoo ook het geloof zonder de werken dood is.De oude Christelijke kerk heeft met de Antinomianen in allerlei secten te doen gehad. Men vindt ze bij de Gnostieken, Paulicianen en Manichseën, die leerden dat de God van het Oude Testament een God van lagere orde was, die een wet gaf, maar dat de God van het Nieuwe Testament, de Vader van onzen Heere Jezus Christus, de God van hoogere orde is, Hij die de wet afschafte en (wettelooze) vrijheid gaf.

Ten tijde van de Hervorming vindt men de Antinomianen bij de vrijzinnige Libertijnen die van een losbandig leven hielden, en bij de Anabaptisten, die, vrij van het Woord, leefden bij het inwendig licht. Te dien tijde kwamen ze in Engeland voor onder de Independentisten, en in ons vaderland meer speciaal bij de Hattemisten, volgelingen van Pontiaan van Hattem, en bij de Hebreeën.

Tegenwoordig worden ze het meest gevonden bij de Methodisten, Irvingianen, Neo-Kohlbruggianen en Plymout-brethers.

Het schijnt dat de naam van Antinomianen het eerst gebruikt is door Luther in zijn strijd tegen Johannes Agricola, die eerst een ijverig volgeling was maar later een hevig tegenstander van den grooten Hervormer werd. Agricola leerde, dat het geloof alleen rechtvaardigt zonder de wet, dat al de wetten van het Oude Testament waren afgeschaft met de komst van het Evangelie, en dat het spreken van en het aandringen op goede werken bevorderlijk was voor het pausdom. En zij die hem volgden zeiden ronduit, dat de mensch tot zijn rechtvaardigmaking de wet ganschelijk niet van noode had.

Ze zijn ook Solafidianen genoemd, naar het sola flde, dat is „alleen door het geloof” zonder dat er eenige band, welke ook, aan de wet der zeden was.