Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Amasa

betekenis & definitie

I. Onwettige zoon van Davids halve zuster Abigail (1 Kron. 2 : 17; 2 Sam. 17 : 25), een man van roemenswaardige eigenschappen (1 Kon. 2 : 32), die door zijn neef Absalom in Joabs plaats aan het hoofd van zijn leger geplaatst werd (2 Sam. 17 : 25).

Na Absaloms dood beloofde David hem in de plaats van Joab te zullen stellen, maar toen bij Seba’s 'oproer door hem de mannen van Juda niet spoedig genoeg werden opgeroepen, moest David het opperbevel aan Abisai opdragen. Door zijn neef Joab uit jaloerschheid verraderlijk gedood (20 : 8—10), door David beweend en op diens bevel door Salomo gewroken (1 Kon. 2 :5 volg. 31 — 33).II. Een der aanzienlijken uit Efraïm, die ten tijde van den koning Achaz op het woord des profeten Obed de overwinnende Israëlieten onder koning Pekah verhinderde, de weerlooze vrouwen en kinderen van Juda tot slavinnen te maken, en de gevangenen zeer menschlievend behandelde (2 Kron. 28 : 6—15).