Een van de heldere rivieren van Damascus, waarvan ons verhaald wordt in de geschiedenis van Naaman den Syriër (2 Kon. 5 : 12). De Abana ontspringt op den Anti-Libanon, die evenwijdig aan den Libanon loopt.
Zij stroomt Zuid-Oostwaarts door Damascus en verliest zich 20 uur verder in de woestijn. Zij heet tegenwoordig Nahr-Barador d.w.z. „de koude” en dient tot bevochtiging van het gebied rondom Damascus.
Door het dal van de Abana loopt tegenwoordig de spoorweg van Damascus over den Anti-Libanon en den Libanon naar de Middellandsche zee (Beiroet).