Onder aartsvaders in eigenlijken zin worden verstaan de twaalf zonen van Jacob, ook wel patriarchen genoemd (Hand. 7 :8). )avid wordt ten opzichte van het koningshuis een aartsvader genoemd (Hand. 2:29) en Abraham, Izak en Jacob heeten zoo in betrekking tot het gansche volk Israël (Hebr. 7 : 4).
De stamvaders van het geheele menschelijke geslacht (Gen. 5) worden geen aartsvaders maar oervaders genoemd.