Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 20-01-2020

Aanhalingen

betekenis & definitie

Met een vreemd woord citaten of allegaties (waaraan soms de voorkeur wordt gegeven) noemt men de plaatsen, die door een schrijver uit een anderen schrijver worden overgenomen om iets te bewijzen, om aan eigen meening kracht bij te zetten, om iets te vermelden enz. Vooral hebben de aandacht getrokken de aanhalingen in de Heilige Schrift.

Reeds in het O. T. worden soms andere geschriften aangehaald (Joz. 10 : 12; 2 Sam. 1 : 18).

In het N. T. wordt tallooze malen het Oude aangehaald.

Veelal geschiedt dit naar de Grieksche vertaling van de Zeventig, de z.g. Septuaginta, doch soms wordt het Hebreeuwsch letterlijk in het Grieksch vertaald, of wordt zeer vrij geciteerd.

Enkele malen kunnen we de plaats in het O. T. niet vinden (b.v. 1 Cor. 2:9); er zal aan een samenvatting van enkele teksten of iets dergelijks moeten worden gedacht. Het N. T. citeert het Oude op meer dan één wijze. Soms worden alleen historische gebeurtenissen uit het O. T. vermeld.

Soms wordt een spreuk uit het Oude toegepast op de omstandigheden, waarin de lezers van een brief of de hoorders van een prediking thans verkeeren, vaak wordt aangewezen, dat, wat het O. T. voorzegde of afbeeldde, thans is of wordt vervuld.

Behalve het O. T. worden ook andere boeken geciteerd; 1 Cor. 15 : 32 de blijspeldichter Menander, Tit. 1 : 12 Epimenides, Hand. 17:28 althans Aratus (misschien worden in dit verband nog andere dichters aangehaald).

Ook worden een enkele maal apocriefe boeken aangehaald, zoo Jud. : 15. De kerkvaders zijn al dadelijk begonnen met de Schrift op allerlei wijzen te citeeren.

En dat gebruik is blijven bestaan tot op onzen tijd. Daarbij is de fout te vermijden, dat men een tekst niet op den klank aanhaalt, doch hem de beteekenis geeft, die hij heeft in het verband, waarin hij voorkomt.