Champagne compleet

Gert Crum (2008)

Gepubliceerd op 07-06-2017

Pommery

betekenis & definitie

Het is opvallend hoeveel vrouwen, vooral jonge weduwen, een belangrijke rol hebben gespeeld bij het tot bloei brengen van champagnehuizen. Zo ook bij Champagne Pommery. Dit champagnehuis dateert van 1836, als M. Greno en M. Wybert een champagnehandel starten onder de naam Wybert et Greno.

Narcisse Greno wil, na een geslaagde aanloop, de onderneming uitbreiden, maar zijn associé denkt er anders over en trekt zich terug. Greno zoekt een nieuwe partner, die hij vindt in de persoon van Alexandre-Louis Pommery - een man in bonis door de wolhandel. Pommery wordt echter geen partner, maar neemt de zaak over. Vanaf juli 1856 luidt de naam Pommery & Greno. Echter in 1858 overlijdt Alexandre Pommery plotseling. Hij laat een 39-jarige vrouw, Jeanne- Alexandrine, en twee kinderen achter. Madame Pommery weet praktisch niets van champagne, maar besluit de zaken te continueren. Geen gemakkelijke beslissing, temeer daar M. Greno in 1860 besluit ermee te stoppen. Zij start door te luisteren, te kijken, te proeven en te leren. Geleidelijk aan ontwikkelt ze een grote dynamiek. Vooral de exportmarkt, in het bijzonder Groot-Brittannië, wordt door haar intensief en met groot succes bewerkt. Aan de andere kant van Het Kanaal zijn haar wijnen populair, vooral als zij in 1879 als eerste met een droge champagne, Pommery Nature 1874, komt. Daarna is de vraag enorm. Champagne brut is geboren.

Haar bijzondere relatie met Groot-Brittannië komt ook tot uitdrukking bij de bouw van een nieuw, omvangrijk bedrijfscomplex. Op een dan braakliggend terrein van 32 hectaren aan de zuidoostzijde van Reims laat zij in indrukwekkende, 16e-eeuwse Schots-gotische stijl een groot aantal gebouwen optrekken. Bij de werkzaamheden ontdekt men steeds weer nieuwe oude kalksteengroeven. Anderen schrikken en willen de bouw stilleggen vanwege vermeend instortingsgevaar, maar ZIJ gaat onverdroten verder. Ze laat zelfs de Gallo-Romeinse crayères onder haar terrein door Noord-Franse en Belgische mijnwerkers geschikt maken voor de champagneopslag. Dezelfde mijnwerkers graven, op 30 meter diepte, allerlei verbindingsgangen, zodat er een ondergronds complex ontstaat van 120 met elkaar verbonden kelders en 18 kilometer galerijen, waar onder ideale omstandigheden miljoenen flessen kunnen worden bewerkt en opgeslagen.

Het verhaal gaat dat Pommery beseft hoe belangrijk het is eigen wijngaarden te bezitten na de catastrofale oogst van 1888 en de schaarste aan druiven die erop volgt. Om minder afhankelijk te zijn van druivenleveranciers en om verzekerd te zijn van druiven, start men met de systematische verwerving van wijngaarden in de grands crus. In feite zijn de eerste aankopen reeds in 1881. Maar het betreft dan alleen Verzenay, welke gemeente wordt beschouwd als mooiste cru dicht bij Reims. Ook bezit men al voor 1888 percelen in Bouzy en Aÿ. Tot haar dood koopt Mme Jeanne Pommery perceel na perceel, maar wel alleen in pinot noir-grands crus. Haar erfgenamen zetten deze politiek voort, maar kopen ook in wat nu de Côte des Blancs heet. Vooral ook in Avize. Op een bepaald moment beslaat het wijngaardareaal van Pommery 307 hectaren. Het huis heeft bezittingen in zeven grands crus: les sept crus Pommery. Overigens behoort tot die 307 hectaren ook de 25 hectaren in de stad Reims. Eerdergenoemd terrein van 32 hectaren, tussen 1860 en 1870 verworven door madame Pommery, is voor een groot deel beplant. Ook thans nog zijn er enkele kavels, nu omringd door bebouwing. Het zijn twee van de maar weinig ommuurde wijngaarden in Champagne: het Clos Pompadour en het Clos du Moulin de la Housse. Reeds enkele jaren voor het overlijden van madame la veuve, in 1890, hebben zoon Louis (geboren in 1841) en dochter Louise (geboren in 1857) het roer van de bloeiende zaak overgenomen. Louise is in 1875 getrouwd met Guy markies de Polignac. Louis, na 1899 weduwnaar zonder kinderen, trouwt in 1901 met Louise Thévenin bij wie hij een zoon krijgt. De erfgenamen van Louis Pommery, die in 1907 overlijdt, en van Louise markiezin de Polignac, overleden in 1922, krijgen een prachtig erfgoed en zetten het werk voort. In 1979 wordt Champagne Pommery verkocht aan de groep Gardinier, vlak daarvoor ook eigenaar geworden van Champagne Lanson. Door de overname kunnen noodzakelijke, grote investeringen worden gedaan. In een van de 19e-eeuwse gebouwen staat sindsdien een bijna 21e-eeuwse vinificatie-eenheid. In 1984 verkoopt Gardinier Pommery (en Lanson) aan levensmiddelenproducent BSN en in 1990 komt Pommery onder de hoede van LVMH. En die heeft het huis, minus de wijngaarden, in 2002 doorverkocht aan de Groep Vranken van de Belg Paul-François Vranken. Zo is een van de historische grandes marques met een geweldige reputatie ontdaan van een prachtig wijngaardbezit. Pommery is onderdeel geworden van een grote marketingmachine.

De officiële naam van het champagneconglomeraat waartoe Pommery nu behoort is Vranken-Pommery-Monopole. De groep, waartoe ook Heidsieck & Co Monopole, Charles Lafitte en Demoiselle behoren, bezit nu 258 hectaren wijngaard en moet fruit bijkopen van circa 1800 hectaren. De groep verkoopt jaarlijks meer dan 20 miljoen flessen. Qua jaaromzet in euro's is Vranken Pommery Monopole de derde champagnegroep (ver achter LVMH en achter BCC).

Er is sinds 2002 veel dynamiek onder de naam Pommery. De jaarproductie bedraagt 4,5 miljoen flessen, terwijl men streeft naar aanzienlijke groei. Door alle turbulente jaren heen is de uitstekende chef de cave, Thierry Gasco, altijd op zijn post gebleven. Pommery Brut Royal, de basischampagne zonder oogstjaar, die 75 procent van de verkopen voor zijn rekening neemt, is rond en soepel. Het gamma is de laatste jaren uitgebreid. Er is nu een Brut Royal Apanage, een Brut Royal Summertime en een Brut Royal Wintertime. De tweede is een blanc de blancs, de derde een blanc de noirs. De Brut Royal Summertime is speels en rank met aroma's van bloemen en citrusfruit. De Brut Royal Wintertime is levendig en rijk met aroma's van rijp fruit. En nog pas een paar jaar geleden is de Pommery Elixir aan het assortiment toegevoegd. Het is een zoetere champagne in de Sec-stijl en altijd non-millésimé. Dan is er de Brut Rosé en de Brut Grand Cru Millésimé - de 1998 heeft niveau - en ten slotte de cuvée de prestige, de Cuvée Louise Millésimé. Het is de kroon op het assortiment. Naar welke Louise de topwijn van het huis is vernoemd - Louise Pommery, markiezin de Polignac of Louise Thévenin, tweede echtgenoot van Louis Pommery - is ons onbekend. Het doet er ook niet toe. De oogst van 1979 heeft voor het eerst deze cuvée de prestige gebracht, waarmee Pommery de laatste van de grote huizen is geweest die met een super- champagne op de proppen is gekomen. Deze prachtige, elegante, zuivere en zeer fijne wijn is gecomponeerd uit 40 procent pinot noir van Aÿ en 60 procent chardonnay van Avize (voor de levendigheid) en Cramant (voor de rondingen en volheid). Hij verdient eigenlijk meer waardering, meer belangstelling. Hoewel de jaargang 1998 mij minder enthousiast maakt. En dan is er nog Pop en Pink Pop. Een nieuwe rage? in ieder geval ontketend door Pommery - inmiddels zijn er nog enkele andere producenten die deze kleine, opvallende flesjes van 20 cl voeren. Trendy, hip en stoer om in het uitgaansleven te drinken. Zeker als ze, zoals bij Pommery, er meer dan opvallend uitzien.