Dit zegt men, als ymand meent het zyne te zyn, om dat het daar na gelykt. Doch alle gelyk heeft noch zyne ongelykheid.
Anders was het geene andere, maar slechts eene zelve zaak. Echter dat verschil word van alle zo nauwkeurig niet opgemerkt. Een bewys is dit spreekwoord: Reiger Reigers was een kenner der vogelen, hy zag een roch aan voor een tortelduif. Van een diergelyken oordeelkundigen zegt men: Hy ziet een witten hond aan voor een bakkers knecht.
Op die wyze kan men niet licht zeggen: Dat gelykt nergens na. Zo verre was slechthoofd niet vergist, wanneer hy een Ezel aanzag voor zyn broeder. Daar zyn meer gekken, dan een.