(Eng.; overgehevelde dwangpositie)
Dwangpositie waarbij de dreiging van de ene tegenstander naar de andere verplaatst wordt.
Voorbeeld:Zuid is aan slag en moet de resterende vier slagen zien te maken. Hij speelt ♠V voor die west met de heer moet dekken. In noord wordt ♠A genomen. De dreiging in de schoppenkleur is nu verplaatst naar oost. Op ♦H zit deze in een schoppen/harten-dwang.