Laagste kaart van een serie. In het tegenspel is het gebruikelijk op de derde hand te blokken met de laagste van een serie, omdat het bijspelen van een kaart het bezit van de onderliggende kaart ontkent.
Voorbeeld:West komt uit met een kleine schoppen. Als oost de vrouw speelt en zuid het aas neemt, blijft west in het ongewisse over de positie van ♠B. Blokt oost met de boer, door zuid genomen met het aas, dan mag west ervan uitgaan dat ♠V bij oost zit.
Zie ook: hoogste van een serie