(Eng.; heen-en-weer troeven).
Ook: broodje, broodje heen-en-weer, scheerchinees
Een speelwijze waarbij de leider (in uitzonderingsgevallen de verdediging) slagen maakt door over en weer introevers te maken in beide handen.
Voorbeeld:Zuid speelt 6♠. West start met troef voor de 7 in zuid. De leider incasseert ♥A-H en ♣A. Hij steekt over naar ♦A, troeft een ruiten in de hand, een klaveren op tafel, een ruiten in de hand, een klaveren op tafel, de laatste ruiten in de hand en de laatste klaveren op tafel. Tot slot maakt hij nog ♠H en geeft hij de laatste slag af. Door heen-en-weer te troeven maakt de leider in totaal acht troefslagen naast de vier topslagen.
Opgemerkt kan worden dat het hier, zoals wel vaker bij een cross-ruff, van belang is dat de leider tijdig zijn hoge harten incasseert. West mag niet de kans krijgen in de derde ruitenronde een harten af te gooien.