Tactiek in af- of tegenspel waarbij men tracht het bezit van bepaalde hoge kaarten aan het oog van de tegenstander te onttrekken.
Voorbeeld:Zuid speelt 5♣. De start is ♠2. Oost, die 1♠ geopend heeft, ziet dat het contract alleen down gaat als de verdediging naast de schoppenslag twee hartenslagen maakt. Ter camouflage van zijn schoppenbezit neemt hij de eerste slag met ♠A. Vervolgens speelt hij ♥3. De leider taxeert nu ♠H bij west. Om zijn opening te rechtvaardigen moet oost ♥A hebben. Dus legt zuid ♥H. West neemt ♥A en speelt harten na voor één down.
Zou oost de eerste slag met ♠V genomen hebben (daarmee ♠A-H verradend), dan had zuid een betere kans gehad om de harten goed te doen.
Zie ook: misleidende speelwijze