Leonardus Johannes (‘Leon’); geb. Delft 11 maart 1860, overl.
Alkmaar 3 september 1940. Woonde en werkte in Delft, Voorburg van 1903 tot 1918, Noordwijk tot 1934, Schoorl tot 1938, Noordwijk tot 1939, daarna weer in Schoorl. Leerling van de Polytechnische School te Delft (1878-1882) o.l.v. P. C. D.
Tetar van Elven en A. Ie Comte. Vormde zich verder zelf Hij begon te werken bij de ‘Porceleyne Fles’ te Delft, naderhand ‘chef d’atelier’. Maakte studies in München (Dld) 1910. Schilderde, tekende, etste en lithografeerde landschappen, sommige wel met boerenarbeiders enz. Gaf les aan L.
C. ten Bosch, J. Jansen en H. L. Nieser. Was lid van de Haagse Kunstkring. Elsevier LXVII, 1924 (P. C. Hamburg, bldz. 369-375).
Luns; Plasschaert; Scheen 1970; Thieme-Becker; Van Hall I; Waller.