Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Salle, de

betekenis & definitie

Modeste Joseph; geb. Den Haag 6 april 1823, overl.

Den Bosch 17 februari 1877. Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag olv.J. E.J. van den Berg; in 1845 leerling van W. H. Schmidt; woonde en werkte in Rotterdam, van 1850 tot 1852, waar hij zich op het portretschilderen toelegde.

In 1853 vertrok hij uit Den Haag en vestigde zich toen te Amsterdam als hotelhouder. Schilderde portretten en figuurstukken. Gaf les aan A. E. Stolk.Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Groningen 1846—1852: voorbereiding tot het kloosterleven; peinzende monnik; het arme meisje; het gebed; moederlijke zorg; de onverwachte tijding; stilleven; portretten; diverse interieurs met figuren; de bedelaars; enz.

DEN HAAG -Gemeentemuseum: stilleven (gem. M. J. de Salie 1949).

Kunstkronijk 1848 (blz. 96).

Marius; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Wurzbach.