Geb. Roermond 9 juli 1877, overl.
Haarlem 2 oktober 1916. Broer van B. J. C. Pothast. Woonde en werkte in Amsterdam tot 1902, Den Haag tot 1908, Haarlem 1909, Amsterdam (Sloten, N.H.) 1909-1914, daarna in Haarlem.
Leerling van de Rijksnormaalschool te Amsterdam (1895-1898) en van de Akademie v. B.K. in Den Haag. Van beroep leraar tekenen, tevens kunstschilder, vooral etser en lithograaf, ook heeft hij houtsneden gemaakt. Gaf les aan D. Noteboom.Plasschaert; Scheen 1970; Thieme-Becker; Waller.