Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Laars, van der

betekenis & definitie

Tiete; geb. Leeuwarden 6 augustus 1861, overl.

Hilversum 27 april 1939. Woonde en werkte in Amsterdam tot 1921, daarna in Hilversum. Leerling van de Rijksschool voor Kunstnijverheid olv. W. B. G.

Molkenboer, en de Rijksakademie te Amsterdam. Leraar aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid in de hoofdstad. Tekenaar van dekoratieve en heraldische voorstellingen. Bekend wapentekenaar (o.m. van de Koffïe-Hag wapenalbums (1925) met honderden afbeeldingen van gemeentewapens). Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf les aan Tj.

Bottema, A. J. Jungblut, P. Klooster, N. A. van der Kreek, W. van Kuilenburg, D. G. van Luijn, K.

Mobach, C. Mus Hzn, M. Nauta, J. A. H. F.

Nicolas, E. F. Nieuwenhuis, J. Rot, A. W. Smith, P.

Th. A. Swillens, J. Uri, J. G. van der Valk, A. G.

Wefers Bettink, W. L. Wijmans,H. IJkelenstam, D. J. van der Zweep.

Luns; Scheen 1969; Schwencke; Van Hall II.