Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Laan (laen), dirk jan van der

betekenis & definitie

Geb. Zwolle 16 april 1759, overl.

Zwolle 26 februari 1829. Om hem te laten studeren verhuisden zijn ouders in 1784 naar Leiden. Gedurende zijn studiejaren nam hij ook teken- en schilderlessen bij Hendrik Meijer. Na zijn rechtenstudie voltooid te hebben vestigde hij zich te Zwolle. Jaren was hij aldaar griffier aan het kantongerecht, lid van de gemeenteraad, alsmede buitengewoon lid van de Raad der Staten van Overijsel. Volgens tijdgenoten bleef hij schilderen uit liefhebberij.

Aanvankelijk vervaardigde hij genretaferelen, later duin-, bos- en bergachtige landschappen. Meermalen verkocht men zijn werken voor die van Jan Vermeer van Delft.Tentoonstellingen Amsterdam 1813-1820 en Haarlem 1825: diverse boomrijke landschappen, ook een bergachtig landschap en een wintergezicht. AMSTERDAM-Rijksmuseum: stadsgezicht in de winter (in bruikleen van de gemeente Amsterdam). -Rijksprentenkabinet: tekening(en). HAARLEM Teylers Stichting: een bosrand (1790); een winterlandschap (1799), beide tekeningen in O. I. inkt. LEIDEN -Rijksprentenkabinet: een bosgezicht (tekening).

Huebner; Immerzeel; Luns; Marius; Nederlandsch Biografisch Woordenboek VI; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I; Wurzbach.