Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Janson, pieter

betekenis & definitie

Geb. Den Bosch 17 april 176$, overl.

Arnhem 27 juni 1851. Leerling van zijn vader J. Janson, medewerker van E. W. J. Bagelaar en G.

Emaus de Micault. Vestigde zich als gepensioneerd majoor omstreeks 1808-1809 te Arnhem. Woonde in 1821 in Den Haag en van 1824-1836 in Huissen. Schilderde landschappen met vee en etste koppen van koeien, schapen en geiten.Tentoonstellingen Den Haag 1821, Amsterdam 1824 en Utrecht 1836: diverse landschappen met vee.

AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: tekeningen.

Immerzeel; Kramm; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach.

< >