Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Ingen, hendrikus alexander van

betekenis & definitie

Geb. Renkum 16 juni 1846, overl.

Renkum op 14 maart 1920. Korte tijd leerling van C. H. Meiners, vormde zich verder zelf. Schilderde landschapjes, tevens lithografeerde hij. Hoofdzakelijk was hij bekend door zijn zilvergrijze landschappen, gestoffeerd met koeien.

Gaf les aan H. G. van Schuppen en raadgevingen aan J. C. E. Kuijpers.Tentoonstellingen Arnhem 187S, 1897 en 1901, Den Haag 1896: ezels op stal; onder de wilgen; tegen de avond; koeien tegen geboomte; weide met koeien.

AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: enige tekeningen. ARNHEM -Gemeentemuseum : twee landschappen, DEN HAAG -Gemeentemuseum: een koeiekop. Elsevier XLIII, 1912 (Kroniek) en LII, 1916 (Karel Wasch, bldz. 21-32); Maandblad v. Beeldende Kunsten 1426 (Pieter Koomen, bldz. 189-191).

J. Wesselink: 'Schilders van den Veluwezoom’ (bldz. 41-45), Amsterdam 1946.

Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Waller.